Amsterdam, 1 februari 2013Flashback naar afgelopen maandag, het regent pijpenstelen. Ik stuur m’n auto de berm in om m’n telefoon op te kunnen nemen. Het is een medewerker van internetprovider Online.nl. Ze hebben een brief van me gekregen en nerveus informeert hij wat de bedoeling precies is. Het is de eerste reactie op m’n verzoek tot inzicht in mijn data.
De vrijdag ervoor, nu precies een week geleden, heb ik 15 enveloppen naar 15 bedrijven verstuurd. Elke envelop bevatte een kopie van m’n paspoort, een likje DNA om de envelop mee dicht te plakken en bovenal een verzoek tot inzage in m’n data.
Na uitvoerige contemplatie, meditatie en medicatie ben ik tot een lijst van 15 bedrijven gekomen. Zoals al direct bleek uit de uitstekende reacties op mijn vorige dagboekbijdrage is de lijst van bedrijven en instellingen die je data verwerken onwerkbaar lang. Volgens een conservatieve schatting uit 2009 komt de gemiddelde Nederlander in ongeveer 500 databases voor. Als je een geschiedenis hebt (betalingsachterstand, medisch, etc), dan is dat al snel meer en als je, zoals ik, online actief bent gaat het nog harder (denk aan alle webshops, cookies, FaceBoogle etc). Dus ergens moet een keuze worden gemaakt, want het aanschrijven van meer dan 500 bedrijven is niet mogelijk omdat ik dan óf failliet ga aan postzegels en printkosten of sterf aan een tong-papercut tijdens ‘t dichtlikken van de enveloppen. Gelukkig heeft de Privacy Inzage Machine (PIM) al de eerste keuze voor me gemaakt: als het bedrijf niet in PIM voorkomt dan schrijf ik ze niet aan.
De stapel brieven – verstuurd op 25 januari 2013
Voor wie het nog niet kent: PIM is een tool van Bits of Freedom om snel brieven aan te maken met een data-inzage verzoek. Via een keuzemenu vind je snel de bedrijven die relevant voor je zijn. Vink je bijvoorbeeld aan dat digitale burgerrechten belangrijk voor je zijn, dan kom je uit bij BOF. Dus het werkt.
Na de voorselectie van PIM heb ik enkele primaire emoties de rest van m’n keuze laten bepalen:
- Blinde haat. Slechte bedrijven die ik sowieso m’n data niet toevertrouw.
- Nieuwsgierigheid: Met sommige bedrijven doe ik al m’n hele leven zaken, maar ik kan me niet herinneren ze ooit data te hebben gegeven. Hebben ze toch iets?
- Weemoed: Lang geleden gaf ik je m’n gegevens. Hoe lang bewaar je dat dan?
- Ik vind digitale burgerrechten belangrijk
Binnen een week heeft dat het volgende resultaat opgeleverd:
Dirk van de Broek laat me weten dat ik m’n brief aan de verkeerde afdeling gericht is. Als klant dien ik het verzoek via lekkerdoen.nl/contact in te dienen die, kennelijk, op een andere locatie zit.
De afdeling ‘data-beheer’ van m’n eigen werk verzoekt me vriendelijke om het lekker zelf te doen, en het liefst buiten werktijd. Op mijn reactie dat de gemiddelde klant dit helemaal niet kan, was het antwoord ze dat dit binnenkort wel kunnen en dat het dus geen issue meer is.
En de jongen van Online belooft dat hij z’n best voor me gaat doen. Maar aangezien ze net zijn overgenomen door T-Mobile weet hij niet precies waar hij terecht moet. Terwijl ik ‘m vertel dat ik er het volste vertrouwen in heb en dat hij me altijd mag bellen als hij nog extra informatie nodig heeft, laat ik de rem los en kom langzaam de zuigende modder van de berm uit. De zon is gaan schijnen. Ik ben op weg.